Zo werken de nieuwe regels
We willen op 1 januari 2026 overstappen op de nieuwe regels voor pensioen. Veel blijft hetzelfde. Er verandert ook wat. We maken nog steeds afspraken over hoeveel werkgevers en werknemers betalen. Maar het is minder zeker hoeveel pensioen uw werknemers later krijgen.
Dit zijn de belangrijkste afspraken
We spreken af hoeveel geld werkgevers en werknemers inleggen voor het pensioen. Dat blijft zo. Net als nu, houdt u het werknemersdeel in op het bruto salaris van uw werknemer. Werkgever en werknemer betalen samen 25,5% van het deel van het salaris dat meetelt voor het pensioen.
De inleg komt in de pensioenpot van uw werknemer. Net als het pensioen dat zij of hij tot nu toe heeft opgebouwd. Het geld in de pensioenpot beleggen we, net als nu. Zo kan de pensioenpot groeien. Gaat uw werknemer met pensioen, dan berekenen we hoeveel pensioen uw werknemer krijgt. De hoogte van het pensioen staat dus niet meer vast en kan elk jaar veranderen. De pensioenpot kan niet leegraken. Werknemers krijgen pensioen zo lang ze leven. Net als nu.
Door de nieuwe regels kunnen pensioenen sneller omhoog als het goed gaat met de economie. De pensioenen kunnen ook omlaag gaan als het minder gaat. De hoogte van het pensioen kan elk jaar een beetje veranderen.
We hebben afspraken gemaakt om de kans op een lagere pensioenuitkering zo klein mogelijk te maken:
We verdelen beleggingsresultaten over meerdere jaren.
Als we verwachten dat de pensioenen omlaag gaan, vullen we ze aan uit onze reserve. Zolang we een reserve hebben.
Overlijdt uw werknemer? Dan is er nabestaandenpensioen. Het bedrag dat de partner krijgt is 10% van het salaris, zolang hij of zij leeft. Daarnaast krijgt de partner ieder jaar € 4.000 tot zijn of haar AOW-leeftijd. De kinderen krijgen 2% van het salaris tot zij 25 worden. Nadat het is ingegaan kan het partner- en wezenpensioen elk jaar een beetje omhoog of omlaag gaan.
Werknemers die arbeidsongeschikt raken, blijven pensioen opbouwen. Over het deel dat ze arbeidsongeschikt zijn, hoeven ze geen premie te betalen. Dat doen wij, net al nu.
In de nieuwe pensioenregeling is de inleg voor pensioen voor alle leeftijden gelijk. Dit is gunstig voor jongeren. Maar dit is minder gunstig als iemand al langer pensioen opbouwt. Om te zorgen dat de nieuwe regeling voor de verschillende leeftijdsgroepen gelijkmatig uitpakt, krijgen uw werknemers van 41 tot en met 66 jaar mogelijk compensatie. Dit is een eenmalig extra bedrag in hun pensioenpot. Het nieuwe pensioen is hierdoor ongeveer hetzelfde als onder de oude regels. De hoogte van de compensatie hangt af van de leeftijd, het salaris en onze financiële situatie als we overgaan op de nieuwe pensioenregeling. Om de compensatie te krijgen, moet uw medewerker op 31 december 2025 en 1 januari 2026 pensioen bij ons opbouwen. Het is goed om uw medewerkers hierop te wijzen. Bijvoorbeeld als een medewerker voor 1 januari 2026 uit dienst wil gaan. Lees meer over compensatie.
De nieuwe regels gelden voor iedereen: voor werknemers die nog pensioen opbouwen, maar ook voor oud-werknemers die al met pensioen zijn of in het verleden pensioen bij ons opbouwden.
Afspraken over de pensioenregeling
De vakbonden en werkgevers maakten afspraken over de nieuwe pensioenregeling. Deze afspraken staan in het transitieplan.