We maken de relatie met werkgevers nóg beter

Peter, hoe staat het fonds er voor?

PP: “We staan er als pensioenfonds goed voor. We zijn financieel gezond. Zo hebben we dit jaar de pensioenen al twee keer kunnen verhogen. Vanzelfsprekend is er een professioneel bestuur en samen runnen we het pensioenfonds als een bedrijf: praktisch en doeltreffend zonder drukdoenerij. Het belang van onze deelnemers en werkgevers staat daarbij centraal.  
De relatie met de werkgevers is goed. Zij zijn tevreden, met name over de pensioenadministratie. Maar we willen onze dienstverlening verder uitbreiden. We willen de werkgevers een platform bieden waar ze altijd terecht kunnen met pensioenzaken. Met inhoudelijke vragen maar ook met verbetervoorstellen, want er zijn altijd zaken die verbeterd kunnen worden. En daarvoor zet het pensioenfonds Rutger in.” 

RK: “Ik heb inmiddels een paar werkgevers bezocht en de ontvangst was meer dan goed. Het fonds maakt mooie producten die werkgevers en hun werknemers wegwijs maken in hun pensioen en echt goed op weg helpen. Tegelijkertijd is er nog steeds veel behoefte aan meer uitleg. Werkgevers vinden het fijn als je ze dan bij de hand neemt. Ik denk dat we er soms te veel vanuit gaan dat alles duidelijk is. Als ik bepaalde processtappen uitleg aan een werkgever en hem daarin meeneem, wordt dat erg gewaardeerd.”  

Wat zijn jullie wensen en verwachtingen van deze nieuwe dienstverlening?

PP: “Wij hebben altijd al gehecht aan een goede relatie met onze werkgevers. Nu is het tijd voor een volgende stap. We willen ons als fonds meer neerzetten als een ‘pensioenbedrijf’. Zodat werkgevers ook voor ons pensioenfonds kiezen als het niet verplicht zou zijn. Rutger gaat ons daar als relatiemanager zeker bij helpen. Door onze werkgevers nog beter te leren kennen kunnen we beter inspelen op hun behoeften. Hij kan een oliemannetje zijn, zijn voelsprieten uitsteken. Wij zijn een beetje een atypisch pensioenfonds. We hebben een paar hele grote werkgevers en heel veel kleinere. De relatiemanager is er voor iedere werkgever.”

RK: “Daar ga ik me ook zeker sterk voor maken. Ik wil de sector nog beter leren kennen. Naast mijn werk in de pensioenwereld geef af en toe workshops over pensioen op een MBO-school, bij het opleidingsdeel ‘Burgerschap’. Daar tref ik onder andere aankomende beveiligers. Dat is erg leuk om te doen en die jongeren wil ik graag bij hun pensioen betrekken. 

Ook kom ik werkgevers tegen die serieuze interesse tonen om vrijwillig aan te sluiten bij Pensioenfonds Particuliere Beveiliging. Bijvoorbeeld bedrijven die agressietrainingen geven. Zij voelen zeker verwantschap met de sector.”  

Wat zien jullie als de grootste uitdagingen voor de komende jaren?

PP: “Daar kan ik alleen maar de Wet toekomst pensioenen (Wtp) op antwoorden. Die wet zorgt voor een nieuw pensioenstelsel. Alle pensioenfondsen gaan op termijn over naar een nieuwe pensioenregeling. De sociale partners zijn druk bezig om de verschillende keuzes in kaart te brengen. Daarnaast moet er een besluit genomen worden wat er met de tot dan toe opgebouwde pensioenen gebeurt. Nemen we die mee naar de nieuwe pensioenregeling (invaren heet dat) of laten we ze staan? We willen er graag al veel meer over communiceren, maar dat kan nu nog niet. Er is nog te veel onduidelijk, dat maakt het lastig. We wachten op verdere behandeling van de wet in de Tweede Kamer.” 

RK: “Ik ben het met Peter eens. De pensioenconsulent en ik bereiden een presentatie voor over de Wtp, speciaal voor de deelnemers en de werkgevers. Maar die kunnen we pas geven als er voldoende duidelijkheid is. In de tussentijd willen we vooral ontzorgen. We kunnen bijvoorbeeld een presentatie geven voor HR-mensen over pensioen als belangrijke arbeidsvoorwaarde. Mensen werken er gemiddeld een dag per week voor.  

De komende tijd ga ik verder met kennismaken met veel werkgevers. Ik zei in het begin van het interview al dat ik het leuk vind om lastige vragen over pensioen te beantwoorden. Ik nodig de werkgevers dan ook van harte uit: kom maar door met die vragen!”